In het Psalm lezen wij een berouwvolle koning die om genade roept naar God. Koning David heeft ernstige zonden begaan voor het aangezicht van God. Dit is belicht in het voorgaand hoofdstuk ' Psalm 51 '. We hebben het gehad over de bestraffing van zijn zonde, ondanks dat God de koning vergiffenis / genade gaf. We hebben ook gelezen dat er voor dit soort overtredingen geen (brand)offers werden geaccepteerd door God. God's wetten voorschreven de doodstraf bij moord ( Ex. 21:12 ) en overspel ( Lev. 20:10 ).
Laten we dit hoofdstuk in zijn geheel bestuderen en kijken of deze Schriftplaats spreekt over erfzonde of juist het tegenovergestelde.
- Vers 1: Koning David begon met een beroep op God's liefdevolle vergevingsgezindheid voor zijn overtredingen; " 1 Wees mij genadig, o God! naar Uw goedertierenheid; delg mijn overtreding uit, naar de grootheid Uwer barmhartigheden. " - Ps. 51:1
- Vers 2 : Koning David vroeg God's hulp om zijn zonde uit hem te krijgen. Hij wist dat alleen God hem kon rein wassen van zijn zonden. " 2 (51:4,7) Was mij wel van mijn ongerechtigheid, en reinig mij van mijn zonde. " - Psalm 51:2
- Vers 3: Het schuldgevoel ( veroorzaakt door de Heilige Geest ) zocht hem constant op zodat hij tot berouw kwam. 3 (51:5) Want ik ken mijn overtredingen, en mijn zonde is steeds voor mij. " - Ps 51:2-3
- Vers 4: Nu erkende koning David dat hij zelf verantwoordelijk was voor zijn zonden die hij op dat moment belijdt. Hij bekende schuld. " 4 (51:6) Tegen U, U alleen, heb ik gezondigd, en gedaan, dat kwaad is in Uw ogen; opdat Gij rechtvaardig zijt in Uw spreken, en rein zijt in Uw richten. " - Ps. 51:4
- Vers 5.1: In het eerste deel van vers 5 staat in de meeste Nederlandse Bijbelvertalingen dat Koning David zei dat hij in ongerechtigheid geboren is. Dit is niet wat de grondtekst zegt. De ware tekst zegt " 5 Zie, ik ben in ongerechtigheid GEVORMD ( Strong's #2342: chuwl ),
- Vers 5.2: en in zonde heeft mij mijn moeder ontvangen. " - Ps. 51:5. Zonde wordt doorgeven in gedrag van generatie op generatie, natie op natie ( zie ' Wat is zonde ' Bijbelse lering alleen uit de Schrift a.d.h.v. de grondteksten )
- Vers 6: God verlangt naar waarheid vanuit je innerlijke en brengt deze aan het licht door de wijsheid verkregen door de Heilige Geest ( 1 Kor. 2:12-14 ; Hand. 6:3 ; 1 Kor. 2:11 ; 1 Kor. 12:8 ; Kol. 1:9 ) " 6 Zie, Gij hebt lust tot waarheid in het binnenste, en in het verborgene maakt Gij mij wijsheid bekend. " - Ps. 51:6
- Vers 7: (51:2,4) " 7 Ontzondig mij met hysop, en ik zal rein zijn; was mij, en ik zal witter zijn dan sneeuw. " - Ps. 51:7 Wederom erkent koning David dat hij God nodig heeft om rein te worden. Hij weet dat hij God's goedkeuring nodig heeft.
- Vers 8: De schuld is aan hem geopenbaard, dit zorgt voor gebrokenheid. " 8 Doe mij vreugde en blijdschap horen; dat de beenderen zich verheugen, die Gij verbrijzeld hebt. " - Ps. 51:8
- Vers 9: Hij smeekte God om niet naar zijn gemiste doelen te kijken in zijn leven, zijn falen en om zijn ongerechtigheden t.o.v. God te vernietigen. " 9 Verberg Uw aangezicht van mijn zonden, en delg uit al mijn ongerechtigheden. " -Ps. 51:9
- Vers 10: " 10 Schep mij een rein hart, o God! en vernieuw in het binnenste van mij een rechtvaardig en standvastige ziel. " - Ps. 51:10 David wilde niet meer terugvallen in zonde en vroeg om een vernieuwde geest overeenkomstig God's wil.
- Vers 11: " 11 Verwerp mij niet van Uw aangezicht, en neem Uw Heiligen Geest niet van mij. " - Ps. 51:11 David was heel erg bewust van de geestelijke gevolgen van zonde voor een mens. Hij kende het verloop; 1. het doel missen in rechtvaardigheid, 2. zorgt voor overtredingen maken in God's geboden, leidt tot 3. afkeer tegen God's Soevereiniteit, goddeloos, harteloos, egoïstisch ( hedonistisch ) bestaan zowel tegen God als tegen de medemens. Het derde stadium zorgt er uiteindelijk voor dat de Heilige Geest uit je gaat. Dit wordt letterlijk vermeld in dit vers.
- Vers 12: (51:8) " 12 Geef mij weder de vreugdevolle voldoening van uw Redding; en de Geest die mij vrijmoedig ondersteunde. " - Ps. 51:12 ( grondtekst vertaling ) De Heilige Geest brengt vreugde in de rechtvaardigen, verlossing en onderwijst een ieder.
- Vers 13: (51:15) " 13 Zo zal ik den overtreders Uw wegen leren; en de zondaars zullen zich tot U bekeren. " - Ps. 51:13 David wist dat God de oprechte belijdenis in een mens voor Hem laat werken. En deed een hoopvol verzoek aan God, zodat zijn getuigenis gebruikt kon worden om andere overtreders in hun zonden naar God te wijzen. Ofwel, om de samenwerking met de Heilige Geest in hem weer te verkrijgen. En God dienend te zijn.
- Vers 14.1: (51:16) David wist dat zijn zonde van overspel bestraft werd met de doodstraf, niet alleen voor hem, maar ook voor Bathseba! " 14 Verlos mij van bloedschulden ( vandaar meervoud ), o God, Gij, God mijn Redder,"
- Vers 14.2: (51:8,12)" zo zal mijn tong Uw gerechtigheid vrolijk roemen. " - Ps. 51:14. Door zijn zonden is hij enorm bedrukt en verlangt hij naar verlossing die hem zal bevrijden en vreugde zal brengen die hij tot uiting kan brengen naar buiten.
- Vers 15: (51:13) " 15 Heere, open mijn lippen, zo zal mijn mond Uw lof verkondigen. " - Ps. 51:15 Ook hier erkent koning David dat hij God nodig heeft en zich aan Hem wil onderwerpen en laten leiden door getuigenis af te leggen.
- Vers 16: (51:14.1) " 16 Want Gij hebt geen lust tot offerande, anders zou ik ze geven; in brandofferen hebt Gij geen behagen. " - Ps. 51:16 David wist dat zijn zonden van overspel ( publiekelijk ) en moord ( verborgen ) niet met brandofferen door God geaccepteerd zou worden. Aldus vraagt hij als koning voor zijn volk in vers 18 om God's wetten in stand te houden t.b.v. het volk en God's behagen. Dat God de schuld van de koning niet wreekt op het volk door Zijn zegeningen van hen af te nemen. Waaronder de mogelijkheid voor vergiffenis.
- Vers 17: Hier omschrijft koning David goed de liefde van God. " 17 De offeranden Gods zijn een gebroken geest; een gebroken en verslagen hart zult Gij, o God! niet verachten. " - Ps. 51:17. Een vrucht van de Heilige Geest is het leed dat wij ervaren na zonde. Zo komen wij tot berouw en inkeer en afkeur van onze oude wegen. Deze zonden bedroeven God. Dit verdriet dragen wij uiteindelijk met ons mee via de Heilige Geest, God's Geest. Omdat je resoneert met Zijn Geest is God in jouw nabijheid en kan Hij jou niet verlaten gezien Hij met je/in je, is/leeft.
- Vers 18: (51:16) " 18 Doe wel bij Sion naar Uw welbehagen; bouw de muren van Jeruzalem op. " - Ps. 51:18. David wist dat hij door God was aangesteld als aardse koning voor Zijn volk. Hij was verantwoordelijk voor het welbehagen van het volk en had een voorbeeldfunctie. David is bevreesd voor God zijn straf, gezien hij smeekt voor zijn aardse (51:14.1) en geestelijke leven (51:11) en weet dat er normaliter een moment aanbreekt waarop God daadwerkelijk overgaat tot bestraffing; het wegnemen van Zijn Heilige Geest. David draagt zijn verantwoording en gevolgen over zijn zonden naar God. God vergeeft hem ( verlossing verkregen ) maar ontloopt de gevolgen van zijn zonde niet en zal als voorbeeldfunctie verder dienen welke gevolgen God hieraan verleende. Het voorbeeld van God's afkeer tegen overspel. Deze bestraffing hebben we uitvoerig bestudeerd in het hoofdstuk eerste deel van het hoofdstuk ' Psalm 51 ".
- Vers 19: (51:18) " 19 Dan zult Gij lust hebben aan de offeranden der gerechtigheid, aan brandoffer en een offer, dat gans verteerd wordt; dan zullen zij varren offeren op Uw altaar. " - ps. 51:19 Alleen in een rechtvaardig (brand)offer haalde God behagen. Voor Het ultieme Offer van onze Koning der Koningen Jezus Christus, was het een vereiste om op deze manier tot God te komen met een schuld die niet tegen de overtredingen in gingen die de doodstraf als gevolg hadden. Koning David was voorbestemd voor vele God's prijzende dingen. Zijn zonde dient, tot de dag van vandaag, als een levend voorbeeld hoe God overspel en bedrog afkeurt. Het leed dat overspel veroorzaakt is groots en maakt huwelijken en gezinnen kapot. Het huwelijk is heilig verklaard door God. ( ' Het huwelijk is een heilig verbond )
Vele verdraaien God's Woord omdat het beter aansluit op hun levensstijl waardoor zij de wetten en geboden van God maar half hoeven toe te passen. Zij willen God in hun leven hebben, maar zich niet geheel onderschikken aan Zijn Wil. God heeft ons zijn 10 geboden gegeven die nog steeds van kracht zijn. Deze geboden zullen in den eeuwigheid blijven staan. Daarnaast heeft Jezus deze 10 geboden kort samengevat in 2 geboden. Deze 2 geboden zijn voor een rechtvaardig persoon hetzelfde als de 10 geboden die God gaf op de berg Sinaï. Zij herkennen Gods geboden. Een onrechtvaardige ziet niet dat God eerst de gedetailleerde Mozaïsche wetten voorschreef zodat het volk God leerde kennen en bewust werd van zonde. Daarna gaf God de 10 geboden, die in grote lijnen de levensstandaard van een rechtvaardige voorschrijft. Alles komt neer op dankbaarheid ten opzicht van wat door God is gegeven. En dat is juist het probleem met de onrechtvaardige. Zij ervaren geen dankbaarheid en gaan zoeken naar vele uitvluchten die aansluiten op wat zij werkelijk (anders) willen. Omdat zij niet zien dat alles door God is verkregen zoeken zij buiten God om met hun aardse vleselijke begeerten naar andere mogelijkheden. Zoeken buiten God zorgt voor dwalingen. Die leiden tot zonde die zorgen voor rebellie tegen God's wetten en jou uiteindelijk laat afkeren tegen God, waardoor Hij Zich tegen jou afkeert. Dit gebeurd omdat je hier zelf voor kiest, bewuste keuzes maakt met je vrije verkregen wil. God zegt dat Hij Zich aan een ieder zal openbaren. Er zal geen excuus zijn om God te negeren door Hem te ontkennen in Zijn Soeverein Bestaan. God heeft Zich op vier manieren aan de mensheid geopenbaard. 1. In de natuur ( Rom. 1:20 ). 2. Via ons geweten ( Rom. 2:14,15 ). 3. Door Jezus Christus ( Hebr. 1:1,2 ; Math. 11:27 ). 4. Met Zijn Schriften, de Bijbel ( 2 Tim. 3:16 ). Sterker, God levert de onrechtvaardige uiteindelijk over aan een perverse geest die hem tot den afgrond brengt ( Rom. 1:24 ).
Tot slot, last but not least. Degenen die Psalm 51:5 toepassen om de leer te staven dat de zonde wordt geërfd van de moeder, worden geconfronteerd met een ernstig probleem. Jezus werd ontvangen en voortgebracht door een menselijke moeder (Lukas 1:31). Als erfzonde erfelijk wordt geërfd van de moeder, dan had Jezus Christus het ook moeten hebben. Als echter iemand zou willen voorstellen dat verdorvenheid alleen, of ook, van de vader wordt ontvangen, kan Psalm 51: 5 niet worden gebruikt om het te bewijzen, want het vermeldt alleen de moeder!