Waar komen we vandaan?
De Bijbel geeft ons antwoorden op alle levensvragen, waaronder waar we vandaan komen en ook waar we naar toe gaan als we sterven. De Bijbel leert dat God ons heeft gemaakt, traceert en kent vanaf het moment van conceptie tot de eeuwigheid.
" Nog voordat Ik je maakte in de buik van je moeder, kende Ik je al. Al voordat je werd geboren, gaf Ik jou je taak. Toen al was Ik van plan om jou tot mijn profeet voor de volken te maken. " - Jeremia 1:5 (BB)
" U heeft mij gemaakt, mij in de buik van mijn moeder gevormd. " - Psalm 139:13
Vervolg vers 15 " U zag me al toen U mij daar in het donker vormde, waar nog niemand anders mij zag. 16 U zag me al toen ik nog helemaal geen vorm had. Al mijn dagen stonden al in uw boek toen ik nog niet één dag daarvan had geleefd. "
" Heer, U kent mij door en door. U weet alles van mij, waar ik ook ben. U weet alles wat ik denk. 3 U bent dag en nacht bij mij, U weet alles wat ik doe. 4 U kent elk woord van mij, nog voordat ik het heb gezegd. 5 U bent aan alle kanten om mij heen en uw hand rust op mij. 6 Het is te wonderlijk om te begrijpen. Het is te bijzonder, ik kan er niet bij. 7 Hoe zou ik kunnen vluchten voor uw Geest? Waar zou ik me voor U kunnen verbergen? " - Psalm 139:2-7 (BB)
God laat ons weten dat wij niet 'zomaar' op aarde zijn door toevalligheden, maar wij zijn juist liefdevol gecreëerd. Je bestaat al voor de conceptie want je komt van God af en Hij geeft jou het leven. Hij heeft jou gevormd en plaatst je bij jouw vader en moeder. God weet hoe Hij je heeft gemaakt en waar je zal eindigen wanneer je sterft. God is overal en kan voorbij de tijd kijken want Hij staat boven/buiten de tijd, Hij is Alomtegenwoordig. God voorziet elke stap, elke gedachte in elke situatie in jouw leven en weet met alle mogelijkheden(!) die het leven je zal bieden, welke kant je uiteindelijk verkiest. En dat geldt voor de gehele mensheid, elk mens die ooit was, is en nog moet komen. Alleen God kan dat want Hij is God, Hij is als enige Almachtig en Alwetend.
De Bijbel leert ons verder dat wij bestaan uit een geest, ziel en een lichaam.
" Ik bid dat de God van vrede jullie helemaal heilig zal maken. Dan zullen jullie in geest, ziel en lichaam helemaal zuiver zijn als de Heer Jezus Christus terugkomt. " - 1 Tessalonicenzen 5:23 (BB)
Maar waar ligt de oorsprong van het lichaam, de geest en de ziel als wij van God afkomen? Hoe dit in elkaar zit, gaan we ontleden aan de hand van de Bijbel.
1. Het Menselijk Lichaam
Ooit maakte God Adam als eerste mens op aarde. Hij vormde hem uit het stof van de aarde en blies de levensadem in.
" Toen de Heer God de hemel en de aarde maakte, maakte Hij ook de mens. Hij maakte hem van het stof van de aarde en blies de levensadem in zijn neus. Zo werd de mens een levend wezen. " - Genesis 2:7 (BB)
Adam kreeg van God een vrouw naast zijn zijde genaamd Eva. Zij werd gemaakt uit de rib van Adam.
" 18 En de Heer God zei: "Het is niet goed dat de mens alleen is. Ik zal iemand maken die bij hem past en die hem kan helpen." 21 Toen zorgde de Heer God ervoor dat Adam in een diepe slaap viel. En terwijl Adam sliep, nam Hij één van zijn ribben weg. Daarna maakte Hij die plaats weer dicht met vlees. 22 Van die rib maakte de Heer God een vrouw. Hij bracht haar naar Adam. 23 Toen zei Adam: "Dit is eindelijk iemand die bij mij past! Ze is van mijn eigen vlees en bloed gemaakt. Ik zal haar 'mannin' noemen, omdat ze uit de man gemaakt is." - Genesis 2:18,21-23 (BB)
" En God maakte de mens. Hij maakte hem zó, dat hij heel veel op Hem leek. De mens leek heel erg op Hem. Hij maakte een man en een vrouw. 28 God zegende hen en zei tegen hen: "Krijg veel kinderen, zodat er heel veel mensen komen. " - Genesis 1:27,28 (BB)
" Tot de vrouw zeide Hij: Ik zal zeer vermenigvuldigen uw smart, namelijk uwer dracht; met smart zult gij kinderen baren; en tot uw man zal uw begeerte zijn, en hij zal over u heerschappij hebben. " - Genesis 3:16 (SV)
Eva werd gecreëerd uit de mens, Adam. Hun kinderen kwamen voort uit hen beide en zo is het sindsdien. Het menselijk lichaam heeft zijn oorsprong (in)direct bij God, want God heeft het stof van de aarde gemaakt waar Hij Adam uit vormde. Alles komt voort uit Zijn handen en Geest.
2. De Ziel
" En de Here God vormde de mens uit het stof van de grond en blies de levensadem in zijn neusgaten; en de mens werd een levende ziel." - Genesis 2:7 (KJV)
" Want we weten dat als de aardse tent die ons huis is afgebroken, we een gebouw van God hebben, een huis dat niet met handen is gemaakt, eeuwig in de hemel. Want inderdaad, in dit huis kreunen we, verlangend om bekleed te worden met onze woning uit de hemel; voor zover wij, na het aangetrokken te hebben, niet naakt gevonden zullen worden. Want inderdaad, terwijl we in deze tent zijn, kreunen we, belastend, omdat we niet ongekleed willen zijn, maar gekleed willen worden, zodat het sterfelijke door het leven kan worden opgeslokt. Hij die ons op dit doel heeft voorbereid, is God, die ons de Geest als een belofte heeft gegeven. Daarom zijn we altijd moedig en weten we dat we, terwijl we thuis zijn in het lichaam, afwezig zijn bij de Heer - want we wandelen door geloof, niet door aanblik - we hebben goede moed, zeg ik, en liever zijn we liever afwezig in het lichaam en om thuis te zijn bij de Heer. " - 2 Korinthiërs 5: 1-8
“ En vreest niet degenen die het lichaam doden, maar niet in staat zijn de ziel te doden; maar vrees liever Hem die in staat is zowel ziel als lichaam in de hel te vernietigen. ” - Mattheüs 10:28
We leren uit de bovenste twee Schriftplaatsen dat er duidelijk onderscheid gemaakt wordt tussen het lichaam en de ziel. Hoewel het woord voor "ziel" (psuche) in de Mattheüs-passage op een aantal manieren kan worden vertaald, is de meest redelijke conclusie hier dat Paulus het woord gebruikt om onze dubbele natuur te beschrijven als fysieke wezens met immateriële, eeuwige "zielen" . Deze zielen kunnen niet worden vernietigd door de dood van het lichaam. Paulus noemt de ziel hier 'een door God gemaakt huis'. Zodra we sterven in het materiële, ons lichaam, leeft ons geestelijk lichaam, onze ziel voort in de geestelijke wereld. Voor meer diepgang over de geestelijke wereld verwijzen we je door naar het hoofdstuk ' Waar gaan de doden heen? '.
3. De Geest
God wordt de Vader der Geesten genoemd in Hebreeën 12:9 " Bovendien hebben wij onze vleselijke vaders als kastijders gehad en wij kwamen tot inkeer; zullen wij ons niet veel liever onderschikken aan de Vader der geesten en leven? . " (Naardense Bijbel)
Op het moment van conceptie plaatst God een geestelijk lichaam ( ziel ) in het aardse lichaam en geeft het leven via de geest door Zijn Levensadem ( Ruach ).
" Want ten volle nog is mijn levensgeest in mij,-
de adem van God in mijn neus." - Job 27:3 (Naardense Bijbel)
" 14 Indien Hij Zijn hart tegen hem zette, Zijn geest en Zijn adem zou Hij tot Zich vergaderen;15 Alle vlees zou tegelijk den geest geven, en de mens zou tot stof wederkeren. " - Job 34:14-15 (SV)
" Zo heeft gezegd de Godheid, de Ene, die de hemelen schiep en ze uitspande, de aarde uithamerde en al wat uit haar ontspruit, adem geeft aan de gemeenschap daarop en geest aan wie over haar voortgaan: "- Jesaja 42:5 (Naardense Bijbel)
" De Geest Gods heeft mij gemaakt, en de adem des Almachtigen heeft mij levend gemaakt. " - Job 33:4 ( SV)
" 5 Alzo zegt de Heere HEERE tot deze beenderen: Ziet, Ik zal den geest in u brengen, en gij zult levend worden. 6 En Ik zal zenuwen op u leggen, en vlees op u doen opkomen, en een huid over u trekken, en den geest in u geven, en gij zult levend worden; en gij zult weten, dat Ik de HEERE ben." - Ezechiël 37:5-6 (SV)
God's Geest zorgt er ook voor dat wij geestelijk; dat wil zeggen in onze geest, levend gemaakt worden. De geest brengt het leven in ons; in het aardse en het geestelijke. Dit is nodig omdat wij allen hebben gezondigd en de zonde dood de geest, " Eerst waren jullie geestelijk dood. Dat kwam doordat jullie ongehoorzaam aan God waren en niet bij zijn volk hoorden. Maar nu heeft Hij jullie samen met Christus geestelijk levend gemaakt, toen Hij al jullie schuld vergaf. " - Colossenzen 2:13 (BB)
" Uit een mens wordt menselijk leven geboren. Maar uit Gods Geest wordt geestelijk leven geboren. 7 Het is dus niet vreemd dat Ik zeg dat jullie opnieuw geboren moeten worden. 8 De wind waait waarheen hij wil. Je hoort hem wel, maar je weet niet waar hij vandaan komt of waar hij heen gaat. Zo is het ook met iedereen die uit Gods Geest is geboren. " - Johannes 3:6-8 (BB)
" Jezus dan zeide wederom tot hen: Vrede zij ulieden, gelijkerwijs Mij de Vader gezonden heeft, zende Ik ook ulieden.22 En als Hij dit gezegd had, blies Hij op hen, en zeide tot hen: Ontvangt den Heiligen Geest. "- Johannes 20:21-22 (SV)
" Zekerlijk de geest, die in den mens is, en de inblazing des Almachtigen, maakt henlieden verstandig.." - Job 32:8 (SV)
Voordat je herboren bent (geestelijk levend gemaakt) d.m.v. van Gods Geest ( vervuld met de Heilige Geest ) is je geest gedood door zonden. Hierdoor ben je in God's ogen (geestelijk) dood. God communiceert via jouw geest met Zijn Geest. God kan niet met je communiceren in de geest als je het licht hebt gedoofd. In plaats van dat je aangestuurd wordt door je geest: via de Heilige Geest, ben je (nog) een slaaf van het lichaam én ziel. Beide lichamen reageren op het aardse, de materiële wereld, onder invloed van immateriële duistere wezens ( gevallen engelen ) die toegang hebben tot je geestelijke lichaam en bewustzijn ( ziel/geestelijk lichaam). Die duistere machten houden je in het donker ( betekenis kwaad, zonder Gods licht ).
" Vroeger waren jullie geestelijk dood. Dat kwam door jullie ongehoorzaamheid aan God en door de slechte dingen die jullie deden. 2 Want jullie leefden op de manier waarop de ongelovige mensen nu eenmaal leven. Zij laten zich leiden door de duivel, de leider van de onzichtbare machten. Hij is de geest die werkt in de mensen die God niet gehoorzamen. 3 Vroeger hebben wij allemaal zo geleefd. We deden allemaal wat we zelf wilden. Daarom verdienden we Gods straf, net als alle andere mensen. " - Efeziërs 2:1-3 (BB)
" Het is de geest die iemand levend maakt. Aan alleen een lichaam heb je niets. Mijn woorden zijn Geest en leven. " - Johannes 6:63 (BB)