Romeinen, A License to Sin?

 

De meeste christenen geloven dat in het zevende hoofdstuk van het Bijbelboek Romeinen er wordt gesproken over het alledaagse leven van een christen en de haast onmogelijke strijd tegen zonde. 

 

" Want hetgeen ik doe, dat ken ik niet; want hetgeen ik wil, dat doe ik niet, maar hetgeen ik haat, dat doe ik. " - Romeinen 7:15 (SV)

 

Als je het vijftiende vers lees, dan zou je kunnen veronderstellen dat wij niet of nooit in staat kunnen zijn om hetgeen te doen waarvan we weten dat het juist is ( in overeenstemming met Gods Wil ). Is dit de juiste interpretatie? Laten we de context opzoeken in de Bijbel zelf. We lezen in het voorgaande hoofdstuk dat wij als volgelingen van Jezus Christus het volgende moeten weten;

 

" Nu wij dít weten dat ons oude mens-zijn mede gekruisigd is opdat het lichaam van de zonde buiten werking wordt gesteld en wij niet meer dienstbaar zijn aan de zonde. " - Romeinen 6:6 (NB)" Want we weten dat ons oude 'ik' samen met Christus is gekruisigd en gestorven. Daardoor heeft het kwaad geen macht meer over ons. We zijn niet langer slaven van het kwaad ( zonde ). " - Rom. 6:6 (BB)

 

Want wie gestorven is, is rechtens vrijgesproken van de zonde " - Romeinen 6:7 (NB) / " Want hij die dood is, is bevrijd van zonde. " - KJV vertaald

 

" Maar God zij dank: gij waart dienstknechten van de zonde ( wij waren dienstknechten van de zonde maar zijt van harte gehoorzaam geworden aan het voorbeeld van onderricht waaraan ge u hebt overgegeven; " - Romeinen 6:17 (NB) / " Maar God zij dank dat u de dienstknechten van de zonde was, maar u hebt van harte gehoorzaamd aan die vorm van leer waaraan u bent overgeleverd."- KJV vertaald

 

" Vrijgemaakt van de zonde zijt ge dienstbaar geworden aan de gerechtigheid. " - Romeinen 6:18 (NB) / " Toen u toen van de zonde was bevrijd, werden u dienaren van gerechtigheid. "- KJV vertaald 

 

Vers 22 " Maar nu, vrijgemaakt van de zonde en dienstbaar geworden aan God hebt ge uw vrucht tot heiligmaking, en als het einde: eeuwig leven. " - Romeinen 6 (NB) 

 

Continue lezen we in Romeinen hoofdstuk 6 dat volgelingen van Jezus Christus niet meer dienstbaar zijn voor het kwaad en zelfs vrijgemaakt worden van zonde. Zo worden we dienstbaar aan gerechtigheid - God, in plaats van aan het kwaad - zonde. 

 

" Wat zullen we dan zeggen? Zullen we doorgaan met zondigen, opdat de genade overvloedig is? 2 God verhoede*. Hoe zullen wij, die dood zijn voor de zonde, daarin nog langer leven? 3 Weet u niet dat zo velen van ons die in Jezus Christus zijn gedoopt, in zijn dood zijn gedoopt? " - Romeinen 6:1-3 KJV vertaling

*VERHOEDEN - (verhoedde, heeft verhoed), door toezicht beletten, voorkomen: een ongeluk verhoeden; God verhoede zoo iets.

Een volgeling van Jezus Christus is bevrijd van zonde doordat je dood bent geworden voor de zonde - het kwaad. Je relatie met zonde ( het kwaad ) is fundamenteel veranderd want je bent er dood voor geworden. Je hoeft er niet meer naar te luisteren of instructies te volgen of er door te worden misleid. 

 

" Want we weten dat ons oude 'ik' samen met Christus is gekruisigd en gestorven. Daardoor heeft het kwaad geen macht meer over ons. We zijn niet langer slaven van het kwaad." - Romeinen 6:6 BB

" Ik wil dat het voor jullie duidelijk is, dat ook jullie dood zijn. En dat het kwaad daardoor geen macht meer over jullie heeft. En doordat jullie één geheel zijn met Jezus Christus, leven ook jullie alleen voor God." - Romeinen 6:11 BB

 

We moeten ons goed realiseren dat God ons adviseert om bewust te zijn dat wij dood zijn voor het kwaad en het kwaad geen macht meer heeft over ons. Wij zijn levend gemaakt in Christus en elke zonde kunnen wij overwinnen door en voor Hem. 

Vertel jezelf dagelijks;

Het kwaad heeft geen macht meer over jou.

Je bent dood voor het kwaad en daardoor voor zonde.

Jij bent levend gemaakt door Jezus Christus in Jezus Christus. 

Maar hoe moeten we Romeinen hoofdstuk 7:14-15 interpreteren waar apostel Paulus zegt; " Want wij weten, dat de wet geestelijk is, maar ik ben vleselijk, verkocht onder de zonde..15 Want hetgeen ik doe, dat ken ik niet; want hetgeen ik wil, dat doe ik niet, maar hetgeen ik haat, dat doe ik. " - Romeinen 7:14-15 (SV)?

 

Hoe gaat dit samen in het licht van hoofdstuk 6, dood voor zonde, vrijgekocht van zonde, dienstbaar zijn aan God....? Als we hoofdstuk 7 lezen, valt het op dat Paulus een vraag stelt in vers 13:

" Is dan het goede mij de dood geworden? ".

 

Wat bedoelt Paulus hier met ' het goede '? In de voorgaande verzen 7-12 zien wij dat dit spreekt over de Wet van Mozes ( Oude Testament ), in vers 12 dat de Wet ( van Mozes ) heilig en rechtvaardig is. Het goede is hier de Wet van Mozes ( De Mozaïsche Wetten OT )

 

De werking van de Wet

 

Vers 7 Wat zullen wij dan zeggen? Is de wet zonde? Dat zij verre. Ja, ik kende de zonde niet dan door de wet; want ook had ik de begeerlijkheid niet geweten zonde te zijn, indien de wet niet zeide: Gij zult niet begeren.

8. Maar de zonde, oorzaak genomen hebbende door het gebod, heeft in mij alle begeerlijkheid gewrocht; want zonder de wet is de zonde dood.

9. En zonder de wet, zo leefde ik eertijds; maar als het gebod gekomen is, zo is de zonde weder levend geworden, doch ik ben gestorven.

10. En het gebod, dat ten leven was, hetzelve is mij ten dood bevonden.

11. Want de zonde, oorzaak genomen hebbende door het gebod, heeft mij verleid, en door hetzelve gedood.

12. Alzo is dan de wet heilig, en het gebod is heilig, en rechtvaardig, en goed.

 

Het goede, de Wet, diende om inzicht te geven in wat zonde is en wat rechtvaardigheid inhoudt. En dat wij Jezus Christus nodig hebben om Gods genade te ervaren en de Heilige Geest te ontvangen om zo zonde te overwinnen en dood te zijn voor het kwaad en dus zonde. Dat laat de wet ook zien, dat zonde ( gedefinieerd ) tot de dood leidt en waarom. En dat de mens niet in staat is om alleen het kwaad te overwinnen. Door een vervallen wereld die overal zonde laat zien, is het moeilijk om zonde te detecteren. We rechtvaardigen zonde tegenwoordig meer dan ooit. 

 

Paulus zijn vraag is dan ook gebaseerd op het naleven van de Mozaïsche wetten, vanuit de Joodse ervaring zonder de Heilige Geest. Voor de komst van de Messias, Jezus Christus, waren de Joden zonder de gaven van de Heilige Geest. Joden die God en Zijn wetten liefhadden en deze wilde gehoorzamen en wilden behouden, slaagden er niet in om dit vol te houden. Daarom hadden zij ( wij ) een Verlosser nodig.  

Apostel Paulus probeert ons bewust te maken dat alle volgelingen van Jezus Christus ( Nieuw Testament ) ook nog steeds leven in een vleselijk lichaam in een vervallen wereld die gedomineerd wordt door het kwaad. Door geloof en bekering tot Jezus Christus en de gift(en) van de Heilige Geest te ontvangen, kunnen wij het kwaad en de zonde overwinnen. We weten nu dat er tijden waren ten tijde van het Oude Testament, dat dit niet geheel mogelijk was. Het gevecht dat wij in het beginsel ervaren tegen zonde voelt als dezelfde strijd die Paulus omschrijft vanuit het perspectief van de Joden. We zijn allemaal van vlees en bloed gemaakt met een ziel en geest. We hebben zondige gewoonten aangeleerd in het vlees en ons laten leiden erdoor. We waren slaven van de zonde die blind waren gemaakt door het kwaad. Door te groeien in het geloof en onze relatie met God op te bouwen, krijgen wij Gods genade en daarmee de kracht om zonde te overwinnen. Wij hebben geen excuus om constant in zonde te vervallen zoals de Joden destijds  hadden. We zullen strijden tegen zonde en deze overwinnen. We zullen Gods 10 Geboden standvastig naleven en eren. We zullen werken om onze mond in bedwang te houden, onszelf ten dienste te stellen van anderen overeenkomstig Gods Wil en andere zonden verdrijven, om uiteindelijk één geheel te zijn met Jezus Christus. We weten nu dat we elke zonde kunnen verbannen door de kracht van Gods Geest en de zege die Jezus Christus won over het vlees. 

 

Paulus laat dit nogmaals sterk doorklinken in hoofdstuk 8 'Het Nieuwe Leven'

" 1 Maar als je bij Jezus Christus hoort, word je niet meer veroordeeld. Want dan leef je op de manier die de Geest wil, en niet meer op de manier die je 'ik' wil. 2 Want doordat jullie bij Hem horen, heeft 'de wet van de Geest' die levend maakt, jullie vrijgemaakt van 'de wet van het kwaad' die doodt. 3 De wet van Mozes kon de vriendschap tussen God en de mensen niet herstellen. Dat was onmogelijk doordat de mensen de wet niet kúnnen gehoorzamen. Ze kunnen niet gehoorzamen, doordat het kwaad ín hen zit. Maar God kon de vriendschap wél herstellen. Daarvoor stuurde Hij zijn eigen Zoon. Zijn Zoon werd precies zo'n mens als wij zijn. Namelijk een mens van vlees en bloed die door het kwaad verleid kan worden. Zo is door een mens het kwaad overwonnen doordat Jezus altijd gehoorzaam was aan God. 4 Nu kunnen we helemaal doen wat de wet van ons vraagt. Want wij leven niet meer op de manier die ons oude 'ik' wil, maar op de manier die de Geest wil. " - Romeinen 8:1-4 (BB)

" Ik, ellendig mens!-
WIE zal mij verlossen
uit het lichaam van deze dood? " - Romeinen 7:24 (SV)

Wat is het antwoord op Paulus zijn vraag?

Juist, Jezus Christus!